Solliciteren op een kladje
Solliciteren op een kladje

Deze week kreeg ik een appje van een werkgever uit mijn netwerk. ,,Moet je nou toch eens zien wat ik binnen heb gekregen!’’ Vervolgens kreeg ik een foto van een afgescheurd blocnote-blaadje waarop met pen stond geschreven ‘Ik heb al jaren niet meer gewerkt. Zou het wel leuk vinden. Vroeger in de schoonmaak gewerkt. Mvg.’ Daaronder stond nog een naam en een geboortedatum uit 1967. De werkgever deed zijn beklag over deze onverzorgde sollicitatie. ,,En dan vinden die 50-plussers het gek dat ze worden afgewezen!’’ Ik begrijp die werkgever wel. Met zo’n kladje kom je als sollicitant natuurlijk niet echt goed voor de dag. Het heeft iets onzorgvuldigs wat niet zo respectvol overkomt. We appten nog wat over en weer over de gemakzucht van de sollicitant van tegenwoordig en dat een krappe arbeidsmarkt nog niet betekent dat je met zoiets wegkomt. Klagen is gemakkelijk.

Vervolgens liet het kladje me niet meer los.

In de file op weg naar huis dacht ik er weer aan. Ik zag al die mensen in hun auto’s voorbij schuiven, gas gevend en remmend in de hoop op tijd te zijn voor het avondeten. Een stukadoor, een thuiszorgmedewerker, een druk bellende zakenman. Allemaal proberen we onze talenten en drijfveren in te zetten om er het beste van te maken.

Ieder mens wil gezien en gewaardeerd worden om wie hij is. Allemaal streven we op onze eigen manier naar groei en ontwikkeling. De schrijfster van het kladje ook. Ook zij heeft talenten en drijfveren, dat kan niet anders. Wat als ze nooit de kans krijgt om deze te laten zien, omdat ze steeds wordt afgewezen vanwege dat kladje? In onze arbeidsmarkt is het meer regel dan uitzondering dat degene met de beste sollicitatievaardigheid wordt aangenomen. En de beste sollicitant hoeft niet per se ook de beste kandidaat voor de functie te zijn.

Solliciteren is een kunst die je moet beheersen, maar die je niet standaard wordt aangeleerd. Je moet maar net het geluk hebben dat je onder woorden kunt brengen wie je bent, waar je goed in bent en wat je een werkgever te bieden hebt. Vervolgens moet je kunnen omgaan met een computer om jouw motivatie en werkervaring op papier te krijgen. Je moet een netwerk hebben dat deuren voor je opent en je moet de moed hebben om tegen werkgevers te vertellen dat je beste kandidaat voor de functie bent.

Wat nu als dit alles niet vertrouwd voor je is? Wat als jou je hele leven is wijsgemaakt dat je raar schrijft, dat je een sukkel bent met computers, dat je dom bent of dat je maar een middelmaatje bent dat zich vooral niks in zijn hoofd moet halen? Welke 50-plusser is niet opgegroeid met het credo Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg? Zo kan het dus zomaar gebeuren dat je op je 56e dolgraag aan het werk wil, maar niet verder komt dan een paar zinnen op een blocnote-blaadje. Moet dat dan de reden zijn om niet mee te mogen doen?

Diezelfde avond ging ik naar de wc in een café. Een poster op de deur moest nieuwe ‘horecatijgers’ werven. Als je al niet afknapte op dat je een tijger moet zijn, dan wel op het oneindig lange webadres waar je je sollicitatiebrief dient te uploaden. Hier was een kladje met naam en telefoonnummer aan de barman helemaal geen gek idee geweest.

 

Over de schrijver
Reactie plaatsen