De in Ghana geboren Imena (53) woont sinds haar drieëntwintigste in Nederland. Een internationale stage bracht haar naar Amsterdam en voor de liefde is ze gebleven. Ze trouwde met de man die haar hielp met het plakken van haar fietsband toen ze dertig jaar geleden in de stromende regen voor de studentensociëteit was gestrand.
Imena promoveerde in de cardiovasculaire geneeskunde en kreeg twee kinderen. Haar geboorteland mist ze soms, met name haar familie. Maar de dankbaarheid voor de kansen die ze in Nederland heeft kunnen grijpen, wint het van de heimwee die met vlagen opspeelt.
,,In veel dingen ben ik heel Nederlands geworden’’, vertelt Imena. ,,Drie zoenen op een verjaardag, een boterham met kaas in de lunchtrommel, de rekening splitten en ’s avonds de gordijnen van de woonkamer open’’, grapt ze met een knipoog.
Ik vraag me af wat Imena bij mij brengt. Wetenschappers met een specialisme vinden doorgaans hun weg op de arbeidsmarkt via hun eigen netwerk.
Al snel blijkt dat er een aantal bizarre situaties is voorgevallen.
,,Een paar weken geleden liep ik door de gang toen een groepje studenten heel nadrukkelijk propjes papier voor mijn voeten gooide’’, vertelt Imena. ,,Eén van hen riep dat ze dachten dat ik de schoonmaakster was en de propjes wel even voor ze kon opruimen.’’
Ik ben met stomheid geslagen. Dit? In 2023? Op een universiteit? Waar is de beschaving?
De levenslustige blik waarmee Imena ons gesprek begon, heeft inmiddels plaatsgemaakt voor een diepbedroefd gezicht. Een traan rolt over haar wang.
,,Eerder ben ik uit een onderzoeksteam geweerd omdat de projectleider het niet zag zitten om met mij samen te werken. Hij trok de kennis die ik op de Universiteit van Accra heb opgedaan in twijfel. Ik hoor het hem nog zeggen ‘In mijn onderzoek alleen relevante Westerse kennis’. Alle leden van het onderzoeksteam lachten. Niemand zei er iets van.’’
Alsof het nog niet erg genoeg is, komt Imena met de uitsmijter van haar verhaal.
,,Toen ik me kritisch uitliet over het onjuist inzetten van een verstrekte onderzoekssubsidie, noemde een collega mij sissend Medusa.’’
Oh, dus zo kan dat gaan in academische kringen. Schelden met figuren uit de Griekse mythologie zodat een totaal onacceptabele belediging tenminste nog wel een beetje intelligent overkomt. Belezen pesterij. Totale waanzin.
Imena vertelt dat haar leidinggevende haar geadviseerd heeft om een andere baan te zoeken. Haar aanwezigheid op de universiteit zou te veel onrust veroorzaken en het leek de leidinggevende beter voor iedereen wanneer Imena haar geluk elders zou zoeken.
Imena en ik zitten een tijdje tegenover elkaar zonder iets te zeggen. De arbeidsmarkt heeft zich zojuist van zijn lelijkste kant laten zien. Een kant waarvan ik hoopte dat deze nog slechts tot de geschiedenis behoorde. Imena gaat op zoek naar een andere baan, tegen al mijn principes in. Want het is natuurlijk niet Imena’s aanwezigheid die voor onrust op de universiteit zorgt. Met deze zogenaamde oplossing wordt het werkelijke probleem alleen maar uit de weg gegaan. Een passende oplossing zou hebben gelegen in het zoeken naar het ontbrekende stukje in de collectieve moraal. Maar daar hebben we het liever maar niet over.