Het afspiegelingsbeginsel
Het afspiegelingsbeginsel

Bij Jorieke (64) op het werk doen al een paar weken geheimzinnige briefjes de ronde. Ze duiken op tijdens de lunchpauze, bij de koffieautomaat en ze gaan van hand tot hand over de afdeling wanneer de leidinggevende er niet is. De briefjes zijn samengesteld door de afdeling waar Jorieke werkt en er worden steeds wat dingen op doorgestreept en weer aangevuld.

Op de briefjes staan de namen van alle medewerkers van de afdeling, met daarachter de geboortedata en het aantal jaren dat de betreffende medewerker in dienst is.  

,,Sinds de reorganisatie is aangekondigd en we weten dat er ontslagen gaan vallen volgens het afspiegelingsbeginsel, is deze informatie opeens van levensbelang’’, vertelt Jorieke.

,,Er wordt de hele dag gespeculeerd over wie er mag blijven en wie er zal moeten gaan. Het komt de werksfeer niet ten goede. Er is veel onzekerheid, ook omdat nog niet eens zeker is hoeveel mensen er precies ontslagen gaan worden. Ondertussen is bijna niemand meer gemotiveerd en worden de kantjes er flink vanaf gelopen.’’  

Bij een reorganisatie om bedrijfseconomische redenen, is de werkgever verplicht om het afspiegelingsbeginsel toe te passen. Deze aanpak bepaalt de volgorde waarin de ontslagen vallen. Alle medewerkers worden in leeftijdscategorieën ingedeeld en vervolgens worden binnen elke leeftijdsgroep de werknemers met het kortste dienstverband als eerste ontslagen. Op deze manier wordt leeftijdsdiscriminatie voorkomen en blijft de leeftijdsopbouw van het blijvende personeelsbestand divers.

,,Als ik die briefjes zo zie, dan denk ik niet dat ik voor mijn baan hoef te vrezen’’, gaat Jorieke verder. ,,Ik werk al bijna 35 jaar bij deze werkgever en in mijn leeftijdscategorie heb ik niet veel concurrentie. De meeste collega’s zitten in de leeftijdscategorie 25 tot 35 jaar. Daar is de concurrentie groot. Het gaat me aan het hart als ik al die jonge mensen, aan het begin van hun loopbaan, zich zorgen zie maken om hun toekomst. Ik zou mijn plek graag voor één van hen opofferen. Hoewel dat voor mij niet als een offer voelt. Ik heb mijn schaapjes op het droge. Op mijn 64e kan ik terugkijken op een mooie loopbaan, het is goed zo. Mocht ik geen nieuwe baan meer vinden, dan red ik het ook wel.’’

Jorieke vertelt dat ze in het bijzonder plaats zou willen maken voor haar collega Stefan. ,,Hij werkt nog maar 8 maanden bij ons. Zijn halfjaarcontract was net omgezet in een vaste aanstelling. Ik weet nog hoe blij hij toen was. Hij heeft licht hersenletsel na een mountainbike-ongeluk. Het is een top collega, maar wanneer hij zenuwachtig is, komt hij niet goed uit zijn woorden. Solliciteren is hierdoor een drama voor hem. Hij is ook nog eens net vader geworden. Wat gun ik hem mijn plek.’’

Jorieke deelt haar plan om plaats te maken voor een jongere collega met de HR-manager van het bedrijf. Het plan wordt afgewezen. Er kan begrijpelijkerwijs geen uitzondering worden gemaakt op het afspiegelingsbeginsel dat verankerd is in de wet. Na een aantal weken wordt duidelijk dat Jorieke inderdaad haar baan behoudt. Stefan, en nog 14 andere collega’s niet. Voor Jorieke geen reden tot feest. In tegendeel. Zij kan zich door de reorganisatie niet meer vereenzelvigen met haar baan en zegt deze op. Haar werkgever heeft een vacature uitgezet om een vervanger voor haar te vinden.  

 

Over de schrijver
Reactie plaatsen