De werkelijke reden waarom 50-plussers moeilijker een nieuwe baan vinden
De reden waarom 50-plussers moeilijker werk vinden

De reden waarom 50-plussers moeilijker werk vinden

De schuld van de achterblijvende arbeidsparticipatie van 50-plussers is lange tijd in de schoenen van werkgevers geschoven. Het riedeltje vooroordelen dat werkgevers zouden hebben, is ontelbaar vaak herhaald. Toen ik 12 jaar geleden onderzoek deed naar hoe werkgevers nu werkelijk over het grijze goud van de arbeidsmarkt denken, bleek al dat de situatie een stuk genuanceerder was. Er is een handjevol werkgevers dat leeft volgens het motto: ‘hoe jonger, hoe beter’, en vaak hebben ze daar ook nog wel een plausibele motivatie voor. Veruit de meeste werkgevers werven hun personeel volgens het motto: ‘de juiste m/v/x, op de juiste plaats’. Zij herkennen zich niet in het beeld van de op leeftijd discriminerende boeman dat van hen wordt neergezet. Maar zie een populair dogma maar eens te doorbreken. ,Populair?’, hoor ik u denken. Ja, het herhalen van het bezoedelde imago van de 50-plusser op de arbeidsmarkt was populair. Artikelen en tv-programma’s over dit onderwerp lieten ons geloven dat werkgevers oudere werknemers maar duur, ziek en ingewikkeld vonden. En als we met z’n allen dat dogma maar vaak genoeg horen, dan wordt het vanzelf een soort van waarheid. Dit heeft heel wat 50-plussers lange tijd lamgelegd in hun loopbaan, terwijl anderen het zich juist lieten welgevallen. Achter zo’n dogma kan het namelijk ook goed toeven zijn voor wie de verantwoordelijkheid voor zijn loopbaan liever buiten zichzelf legt.

Nu de arbeidsmarkt krap is en de arbeidsparticipatie van ouderen toeneemt, houdt het dogma geen stand. En dat maakt de weg vrij om de werkelijke problemen van de ervaren arbeidsmarktspeler onder ogen te zien.

Eén van die problemen is de manier waarop de 50-plusser is grootgebracht. Elke generatie wordt opgevoed volgens de op dat moment geldende overtuigingen, die op langere termijn ongunstig kunnen blijken. Voor de 50+ generatie gold ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’, wat een bescheiden generatie heeft opgeleverd die liever geen fouten maakt.

Dat ondervond ook eventplanner Ilse (54). Zij is de jongste dochter van een basisschooldirecteur en een lerares Nederlands. ,,Ik ben grootgebracht met de rode pen’’, vertelt Ilse. ,,Altijd de nadruk op fouten, in plaats van op wat je goed doet. Mijn schooltijd was niet leuk. Ik kon moeilijk stilzitten en was een enorme dagdromer. Altijd maar te horen krijgen dat je niet jezelf mag zijn, maakt je onzeker’’

Intelligent is Ilse zondermeer, een fladderaar ook nog steeds. De afgesproken voorbereidingen voor onze loopbaangesprekken heeft ze zelden af. Maar ik vind het niet erg. Dit past bij haar. We komen er wel op een andere manier.

Ilse is een aanjager is, een gangmaker, een organisator, een sfeerbrenger, iemand aan wie je de organisatie van je evenement kunt overlaten. Maar het koste haar 54 jaar om de waarde hiervan in te zien. ,,Ik heb me altijd minderwaardig gevoeld’’, gaat Ilse verder. ,,Het leek alsof ik niet goed kon leren omdat ik niet in het schoolstramien paste. Nou, en dat als dochter van twee onderwijzers! Nog steeds kan ik zelden de goedkeuring van mijn ouders wegdragen. Ze zijn lang en breed met pensioen, maar nog steeds die rode pen in plaats van eens een keer een stickertje. Geen wonder dat ik steeds tweede werd in sollicitatieprocedures. Hoe kan ik een werkgever overtuigen als ik niet eens overtuigd ben van mezelf? Het is tijd om uit mijn eigen schaduw stappen en weer te worden wie ik ben.’’

 

 

Over de schrijver
Reactie plaatsen