De manier waarop een werkgever een medewerker ontslaat, zegt alles over het bedrijf.
Daar waar kosten noch moeite worden gespaard om nieuwe medewerkers aan te trekken, is het eigenlijk veel interessanter om te kijken naar hoe het bedrijf van medewerkers afscheid neemt. Jezelf als aantrekkelijke werkgever presenteren met millenialbestendige pingpongtafels, vegan-friendly vrimibo’s en een glanzende stekkerauto van de zaak is niet zo moeilijk. Op kordate en humane wijze ontslag aanbieden wel.
Ik weet nog goed de eerste keer dat ik zelf een medewerker ontsloeg. Ik was 25 - zelf nog nooit ergens ontslagen - zij in de vijftig. Ik heb eerst een halfuur door mijn kantoor lopen ijsberen, nadenkend over hoe ik de vervelende boodschap het beste kon brengen. Er was niks mis met deze medewerker, een schat van een mens. Dat maakte het alleen nog maar moeilijker.
Ze had hart voor de zaak, mijn zaak. Maar alle beste bedoelingen ten spijt, bracht haar aanwezigheid in het bedrijf geen resultaten teweeg. Na wat bijsturing links en rechts, moet je dan uiteindelijk toch de impopulaire beslissing nemen.
Impopulair is het zeker. Want na het slechtnieuwsgesprek, krijg je natuurlijk ook nog te maken met de achterblijvers. De medewerkers die je wél aan je bedrijf verbonden wil houden en die jou opeens als een verschrikkelijke werkgever zien omdat je hun favoriete collega de bons hebt gegeven. En dan krijg je ook nog te maken met klanten en andere relaties. Het hebben van veel medewerkers is onder werkgevers nog altijd een statussymbool. Er gaat geen ondernemersbijeenkomst voorbij of de vraag ‘hoe groot is je bedrijf?’ wordt onderling gesteld. Hiermee wordt niet op het aantal vierkante meters kantooroppervlakte of de waarde van de aandelen gedoeld, maar op het aantal medewerkers. Het ontslaan van medewerkers wordt dan ook niet zelden gezien als een afgang. Wat niet echt helpt is dat de ontslagen medewerker uit zelfbehoud nogal eens rondbazuint dat dit komt omdat het bedrijf op omvallen staat. Dat is natuurlijk een comfortabelere boodschap dan dat je moet zeggen dat je zelf ondermaats presteerde.
Kortom, ontslag is iets om wakker van de liggen. Ook voor werkgevers.
En daarom draaien die nogal eens om de hete brij heen. Zo ook de werkgever van receptioniste Janine (53). Zij moet binnenkort plaatsmaken voor een receptierobot waarop bezoekers zichzelf kunnen aanmelden voor hun afspraak. Een paar weken geleden is aan Janine verteld dat ze zich heel misschien, voorzichtig aan, als ze er klaar voor is, eens moet gaan oriënteren op haar drijfveren voor de toekomst. Zo wordt dat dan dus gebracht. Tegen mij vertelde de werkgever dat het eind mei echt ophoudt voor Janine en dat ze dan ontslagen wordt. Het leek de werkgever beter om dit nog niet zo boud te stellen naar Janine. Dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken, wordt al snel duidelijk. Janine belandt in een niemandsland vol onzekerheid. Zoetjesaan nadenken over je drijfveren is natuurlijk wat anders dan flink je schouders zetten onder het vinden van een nieuwe baan omdat je ontslagen wordt. Ondertussen bleef de werkgever van Janine haar een worst voorhouden. ,,Misschien komen er intern nog wel mogelijkheden voor je vrij’’, wordt haar verteld. Maar die interne mogelijkheid gaat nooit komen. Natuurlijk niet. Ondertussen verliest Janine kostbare tijd bungelend tussen hoop en vrees. Geen enkele vacature kan haar bekoren. ,,Tot mei wacht ik gewoon even af, ik ga mijn eigen glazen niet ingooien’’, vindt Janine.