Menstruatieverlof verslechtert de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt
Menstruatieverlof verslechtert de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt

Menstruatieverlof verslechtert de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt

Menstruatieverlof verslechtert de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt


Toen vrouwen eind januari op Linkedin massaal hun namen veranderden in Peter, om aandacht te vragen voor het feit dat er meer CEO’s zijn die Peter heten dan dat er vrouwelijke CEO’s zijn, dacht ik even dat het ging gebeuren. Even dacht ik dat het vrouwelijke deel van de beroepsbevolking er klaar voor was om rennend, stampend, omhoogklauterend en carrière-makend het zelfbenoemde glazen plafond aan diggelen te slaan. Ik verwachtte hordes vrouwen die met opgestroopte mouwen zich een weg omhoog zouden banen richting de directiekantoren die tot dat moment nog mannenbastions waren gebleken.

En toen was daar opeens... het menstruatieverlof.

Hoewel veel vrouwen dit blijkbaar een evolutionair idee en toppunt van emancipatie vinden, heb ik in tijden niet meer iets gehoord dat de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt zó zal verslechteren als dit. Ik zag al voor me hoe een MKB-ondernemer klem zou komen te zitten tussen aan de ene kant het vrouwenquotum waar hij aan moet voldoen en aan de andere kant zijn niet te betalen ziekte- en verlofkosten. ,,Dan toch maar beter een Peter’’, zal menig werkgever denken.

Ik kreeg een flashback naar een paar jaar geleden toen ik een lezing gaf op een Amerikaans congres over arbeidsparticipatie. Nu kunnen de meeste Amerikanen Nederland al niet op de kaart aanwijzen, toen ik vertelde over ons systeem van sociale zekerheid, dachten ze helemaal dat ik van een andere planeet kwam. Monden vielen open toen ik vertelde dat in Nederland de werkgever verplicht is om een medewerker bij ziekte twee jaar door te betalen, dat veel Nederlanders parttime werken, dat je tot twee jaar lang een WW-uitkering kunt krijgen en dat vaders tot maximaal vijf weken geboorteverlof kunnen opnemen op kosten van de samenleving.

,,Wow, Amsterdam must be a great country to live’’, klonk het. Ik besloot ze in de waan te laten.

Natuurlijk is het een groot goed dat we in Nederland bij ziekte of ontslag niet opeens ons huis uitgezet worden, dat er een sociaal vangnet is en dat er nagedacht wordt over een goede balans tussen werk en privé.

Maar soms denk ik dat we een beetje doorslaan. Voor elk wissewasje wordt weer een nieuw multihelix consortium opgericht dat bestaat uit beleidsmakers die, vermoeid door het zoveelste onderwerp waar ze iets van moeten vinden, de verstrekte subsidie netjes op praten en het verder welletjes vinden.

De arbeidsmarkt is de achilleshiel van onze economie en als we zo doorgaan leggen we hem behoorlijk bloot. Misschien moeten we weer even terug naar de basis, de uitdagingen in kaart brengen en met elkaar de schouders er onder zetten. Niet omdat we in ‘de baas zijn tijd’ zitten, maar omdat we diep vanbinnen de wens hebben om met elkaar in een sterk land te wonen, waar de economie goed draait en waar we mooie dingen voor elkaar krijgen.

Er was een tijd dat men aan de andere kant van de wereld wél wist waar Nederland ligt en dat Amsterdam de hoofdstad is. Dat was namelijk de plek waar het gonsde van ondernemerschap en nuchtere handelsgeest. Laten we vooral geen watjes worden.

Over de schrijver
Reactie plaatsen