Marlo schoolt zich om van horeca-ondernemer naar docent
Hoewel de Voice deze week zo luid was dat het de aanzwellende stem van de horecaondernemers enigszins overschreeuwde, is het protest van cafébazen, restaurateurs en hoteliers niet onopgemerkt gebleven. Waar velen opgelucht terug naar de sportschool en de winkel konden, bleef deze groep met bloedend hart achter.
Hoe intelligent, functioneel of acceptabel kun je een lockdown nog noemen als jij je levenswerk te gronde ziet gaan?
Het was dan ook de week van muiterij, brandbrieven en routeplannen voor heropening aan het kabinet dat er nog een nachtje over slaapt.
Het was ook de week van Marlo, de excentrieke caféeigenaresse die tijdens ons eerste online-gesprek een sigaret opstak. ‘Ik zit toch in mijn eigen huis, of niet dan?’, beantwoordde ze mijn lichte verbazing.
‘Weet je wat het is…’ begon Marlo, ‘Veel mensen denken dat de samenleving wel even zonder bier en bitterballen kan. Maar een café is zoveel meer dan dat. Ik denk aan de alleenwonende dame die verderop bij mij in de straat woont. Ze is 78 en kwam elke dag even een kopje koffie bij me drinken. Ik mis ook de avonden waarop we stevig debatteerden over wat er in de maatschappij speelt. Gasten met de meest uiteenlopende opvattingen zag ik gebroederlijk mijn café uit gaan. Of Sem, hoe zou het met Sem gaan? Zijn thuissituatie was niet al te best en hij kwam een paar keer per week na school even bij mij kletsen.’
In de gesprekken die volgen vertelt Marlo mij over haar leven. Nadat ze op 14-jarige leeftijd haar ouderlijkhuis verliet, trok ze naar een Kibboets in Israël. Met de man die ze daar ontmoette, kreeg ze een dochter en samen trokken ze de halve wereld over.
‘Ik heb mensenkennis van heb ik jou daar’, vertelt Marlo. ‘Ik spreek vijf talen vloeiend en heb alle kanten van de samenleving gezien. Ik snap hoe de wereld werkt.’
‘De steunpakketten zijn niet toereikend, vertrouwt Marlo mij toe. ‘Ik heb mijn café vlak voor de coronacrisis voor € 70.000 verbouwd. Dit kom ik niet meer te boven. Ik ga er mee stoppen.’
Bij Marlo bespeur ik geen enkele wrok. Zelfs niet wanneer zij na lang zoeken een koper voor haar café heeft gevonden die er maar een schijntje voor betaalt en haar met een grote schuld achterlaat. Zelfs niet als ze vertelt dat ze voor geen enkele uitkering in aanmerking blijkt te komen en zelfs niet als ze me vertelt over het geld dat ze van kennissen heeft geleend om haar personeel door te kunnen betalen.
We gaan op zoek naar een baan in loondienst, en komen uit op docent geschiedenis. ‘Je begrijpt de wereld pas als je de geschiedenis begrijpt’, zegt Marlo. ‘Dat wil ik die kids wel bijbrengen.’
We vinden een opleidingsinstituut dat gespecialiseerd is in zij-instromers in het onderwijs. Even lijkt het plan vast te lopen op de omscholingskosten. Omdat Marlo niet onder een uitkeringsinstantie valt, komt zij voor geen enkel scholingsbudget in aanmerking. Ik leg me er niet bij neer en laat me nog wat van het kastje naar de muur sturen. Uiteindelijk lukt het via het Leerwerkloket. Eindelijk zit het Marlo mee. En het onderwijs ook, want dat krijgt er een heel bijzondere docent bij.