De krappe arbeidsmarkt
Deze week domineerde de krappe arbeidsmarkt het nieuws.
Van de Ketheltunnel die moest sluiten omdat er geen vervanger voor een zieke medewerker was, tot de lange rijen op Schiphol. En van tot de bakker op de hoek die voortaan een extra dag per week gesloten is omdat hij niet genoeg bakkers heeft, tot aan de NS die de zomerdienstregeling maar nauwelijks rond krijgt.
Personeelstekort. We merken er inmiddels allemaal iets van. Misschien doordat je om moest rijden, je vlucht mistte, voor een dichte deur stond of extra lang op je drankje moest wachten op het terras. Maar dat alles is nog kinderspel bij de slapeloze nachten die menig MKB-ondernemer heeft omdat hij zijn bedrijf niet naar behoren kan runnen. Om over de overspannen medewerkers bij bedrijven waar ze met te weinig mensen al het werk doen maar te zwijgen.
Die krappe arbeidsmarkt brengt ons allemaal op het randje van waanzin. Er zit een limiet aan de nachten die je als ondernemer kunt doorhalen om dan zelf al het werk maar te doen. Evenals aan wat je van medewerkers kunt vragen en aan onze collectieve tolerantie bij de volgende gemiste vlucht of afgesloten tunnel.
Hoe komt die arbeidsmarkt zo krap? Blijkbaar heeft de after-corona-bevrijding big spenders van ons gemaakt en pompen we massaal ons door inflatie aangetaste geld de economie in. De naderende economische achteruitgang ten spijt.
Een horeca-ondernemer vroeg mij afgelopen week waar iedereen dan toch opeens gebleven is. Ik vertelde dat veel mensen uit de sectoren die hard geraakt zijn door de coronamaatregelen hun heil elders hebben gezocht en dat het even duurt voordat zo’n sector dan weer hersteld is. Net zoals er na de bouwcrisis een tekort aan bouwvakkers, elektriciens en notarissen was.
En dat is een belangrijk punt. Onze arbeidsmarkt hobbelt te veel achter de waan van de dag aan. Een langetermijnaanpak ontbreekt, zowel bij werkgevers als bij werkenden. Maar weinig werkenden weten dat een kwart van de beroepen die nu vanzelfsprekend zijn, over tien jaar niet meer zal bestaan. Ingehaald door de tijd. Op dit moment zijn er al 15.000 nieuwe soorten beroepen. Beroepen waar een jaar of vijftien geleden nog nooit iemand van had gehoord.
Als je op bent gegaan in je vaste baan, is het logisch dat al deze nieuwe beroepen je even zijn ontgaan. En logisch dat daar nu dus te weinig mensen voor te vinden zijn.
Volgens het CBS telt de beroepsbevolking op dit moment zo’n 338.000 werklozen. Dat zijn er te weinig om de 450.000 openstaande vacatures in te vullen, maar het zou een eindje moeten lukken. Tenminste, als het werkgevers lukt om voorbij iemands cv te kijken en als het werkzoekenden lukt om hun aanbod goed aan te laten sluiten bij de vraag van werkgevers.
En werkgevers, kijk eens goed naar het onbenut potentieel dat al in je bedrijf aanwezig is. Krapte kan soms ook van binnenuit worden opgelost. Misschien is Leo van de administratie wiens werk ophoudt te bestaan, wel je nieuwe dronepiloot of robotengineer.
Een krappe arbeidsmarkt vraagt om ruime denkers.